Na acht jaar in het bestuur van Sociaal Werk Nederland zwaait Arie de Vries (voorzitter Raad van Bestuur van Lentl) af bij Sociaal Werk Nederland. Ook bestuurder Irene Domburg neemt afscheid. Samen blikken ze terug. Wat hebben ze meegemaakt in die jaren, wat geven ze graag mee aan een nieuw bestuurslid en welke droom hebben ze voor het sociaal werk? Een dubbelinterview.
Irene begon als 'vreemde eend in de bijt'. Ze was (en is) namelijk bestuurder bij Handjehelpen, een vrijwilligersorganisatie, en dus geen sociaalwerkorganisatie. Vanuit die positie heeft ze altijd de stem van de kleinere leden in het bestuur vertegenwoordigd. Arie heeft de afgelopen jaren gezien dat juist die kleine leden het steeds moeilijker kregen omdat zorgpartijen en commerciële organisaties een steeds grotere rol in het sociaal werk zijn gaan spelen. Toch kijkt hij, ondanks het vele vergaderen, met veel voldoening terug op zijn tijd in het bestuur. Beide ex-bestuursleden blijven zich inzetten voor het sociaal werk: Irene is lid van de commissie-arbeidszaken van Sociaal Werk Nederland en Arie is voorzitter van de beroepsvereniging BPSW en betrokken bij een leerstoel sociaal werk.
Hoe heb je de vereniging/branche zien veranderen?
Arie: ‘’Er is mede door de coronacrisis naar mijn idee meer oog voor psychosociale hulpverlening en mentale problemen. Ook hoor ik meer over het belang van een fijne leefomgeving. Communitybuilding en opbouwwerk worden weer gewaardeerd. Ik heb het idee dat het sociaal werk al met al beter op de kaart staat. Sociaal Werk Nederland zit ook vaker aan tafel in Den Haag. Toch is er nog ruimte voor verbetering: we moeten blijven benadrukken hoe belangrijk sociaal werk is."
Irene: "De vereniging en de branche zijn absoluut professioneler geworden. We zijn meer aanwezig aan de belangrijke tafels, de ledenbetrokkenheid is vergroot, het sociaal werk is veel meer op de kaart gezet en heeft een belangrijke positie in de samenleving verworven. Sociaal werk is daardoor beter gepositioneerd. Het Calimero gevoel is absoluut minder geworden: we zijn veel trotser op sociaal werk dan acht jaar geleden. En terecht!"
Waar heb je je hard voor gemaakt?
Irene: "Bij de verandering van MO-groep naar Sociaal Werk Nederland was ik als bestuurslid betrokken bij de communicatie, het nieuwe logo en de nieuwe positionering. Ik was ongeveer zes jaar penningmeester, wat altijd leuk en nuttig was om te doen. Ik heb vele nieuwe projecten zien komen en heb ook met de directeur samengewerkt om sluitende begrotingen op te stellen. Ik heb altijd, als bestuurder van een vrijwilligersorganisatie, geprobeerd de stem van de kleine leden te vertegenwoordigen. Ik zat ook in de remuneratiecommissie: het was altijd fijn om samen met de voorzitter en de directeur terug en vooruit te kijken.’’
Arie: "Ik ben trots op het Kwaliteitslabel Sterk Sociaal Werk dat is opgezet. En dat er meer aandacht is voor het belang van onderzoek en wetenschap op het gebied van sociaal werk, wat kan helpen om het sociaal werk beter op de kaart te zetten. Sociaal werk is geen trucje of hobby dat Jan en alleman kan, maar een vak, een professie, en het is belangrijk om die meerwaarde aan te tonen."
Wat zou je een nieuw bestuurslid meegeven?
Arie: "Gebruik je netwerk. Als bestuurslid ben jij degene die vaak aan vergadertafels zit, maar dat betekent niet dat je alles zelf moet bedenken. Ik heb vaak stukken doorgestuurd naar collega's of besproken met externe contacten om input op te halen die ik vervolgens kon meenemen naar Sociaal Werk Nederland. Je zit er natuurlijk niet voor jezelf, dus het is fijn om ook gebruik te maken van de input van anderen."
Irene: "Wees nieuwsgierig, denk aan de leden, neem de tijd om de materie te begrijpen en ga ervoor!"
Wat is je droom voor het sociaal werk?
Irene: "Sociaal werk mag niet het afvoerputje worden. Het eigenstandige karakter van sociaal werk en de waarde die het heeft voor de maatschappij zouden meer erkend moeten worden. Een mooie ontwikkeling zou zijn dat de OVA-systematiek (loonindexeringen die automatisch worden meegesubsidieerd) wordt toegepast, zodat de bijna 500 leden niet telkens bij de gemeente hoeven aan te kloppen voor indexeringen. Daarnaast zou ik graag zien dat we meer samenwerken met andere grote partijen in de sociale basis, zoals MantelzorgNL en NOV."
Arie: "Waar 'systemen' zoals het sociaal domein een (wettelijke, financiële, organisatorische) grens kennen, geldt dit niet voor maatschappelijke problemen of ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan ouderen die langer thuis moeten blijven wonen of jongeren met een (licht) verstandelijke beperking die in een dorp of wijk wonen in plaats van in een instelling. Zulke vraagstukken vragen om integrale oplossingen waarin het sociaal werk samenwerkt met zorg, participatie, onderwijs, werk en inkomen. Het vakmanschap van sociaal werkers heeft toegevoegde waarde bij het zoeken naar oplossingen voor dergelijke maatschappelijke vraagstukken: ik hoop dat de rol van het sociaal werk meer een vanzelfsprekendheid wordt."