Stichting Lentl ontstond na een bestuurlijke fusie tussen vier partijen uit het sociaal domein in Zuid-Gelderland, Noord-Oost Brabant en Noord-Limburg. De samenwerking moet de sociaal werker versterken en optimaal ondersteunen. Maar het grote vraagstuk is vooral: hoe brengen we de sociaal maatschappelijke cohesie terug in de wijk? Twee bestuurders aan het woord.
Sinds 1 november is Stichting Lentl in het leven geroepen, een zogenoemde bestuurlijke koepel van ONS Welzijn (regio Noord-Oost Brabant), Sterker Sociaal Werk (regio Gelderland-Zuid), Wel.kom Roermond en de Vrijwilligerscentrale Nijmegen. Inmiddels is ook de Sociale Teams Helmond toegevoegd. Het ultieme doel van deze fusie? Het versterken van het sociaal werk en van de sociaal werker.
Waar de vijf partijen voorheen individueel verantwoordelijk waren voor hun organisatie, is dat nu anders, legt Arie de Vries, bestuurder bij Sterker Sociaal Werk, VWC en Lentl, uit. ʻWe zijn een bestuurlijke samenwerking aangegaan met als uitgangspunt om het sociaal werk te versterken. Dat is ook nodig. In de coronaperiode is het sociaal werk als cruciaal beroep aangemerkt, en dat is het ook.ʼ
Angst in de ogen
Het was in diezelfde coronaperiode dat Wilbert de Haan Westerveld, bestuurder van ONS Welzijn en Lentl, voor het eerst een andere kant zag van het werkveld. ʻIk werk sinds de jaren 80 in de zorg/welzijn sector. Ik heb nog nooit op deze manier de angst in de ogen van mensen gezien.ʼ De regio waarin zijn organisatie werkt, werd vol geraakt door de eerste coronapiek. ʻWat gebeurt er, vroegen mensen zich af, met een ziekenhuis waar mensen met de benen buiten hingen. Overal reden rouwautoʼs, het was schrikbarend.ʼ
Ondertussen zag de bestuurder ook dat het ziekteverzuim in de organisatie terugviel naar nul procent. ʻIedereen was er. Ze wilden nabij zijn, helpen waar het nodig was. Je zag het gebeuren, in die kleine intermenselijke ruimtes. Daar drijft de samenleving op.ʼ
Sociale kwaliteit
Volgens De Vries is de sociaal werker er om de sociale kwaliteit te verbeteren en spelen zij dan ook een cruciale rol, in wijken, buurten, gemeenten en regioʼs. De term ʻsociale kwaliteitʼ betekent: de mate waarin mensen mee kunnen doen in de samenleving, op een manier die bij hen past en die hen goed doet. ʻDe complexiteit van onze samenleving neemt toeʼ, ziet de bestuurder. ʻDat zie je niet alleen in de ondersteuningsaanvragen die er zijn, maar ook in de samenwerking tussen partijen. Wil je van betekenis zijn, dan moet je over grenzen van organisaties, gemeenten en financieringsstromen heen kijken.
Een bestuurlijke samenwerking zorgt niet alleen voor een versterking van het sociale werk, maar ook voor de optimale ondersteuning voor professionals, met als doel die sociale kwaliteit te verbeteren, aldus De Vries. ʻZo zijn we van betekenis voor de inwoners, maar ook voor de professionals.ʼ Een samenwerking tussen de verschillende partijen moet er daarnaast voor zorgen dat een zo groot mogelijke impact te organiseren is, aldus de bestuurder. ʻDan ben je ook een serieuze partner voor gemeenten, andere samenwerkingspartners en verzekeraars.ʼ
Complexiteit
Ook De Haan Westerveld ziet dat er in de samenleving ontwikkelingen spelen waar het vakgebied op moet inspelen. ʻWe zijn als sociaal werk van oorsprong een uitvoeringsorganisatie van gemeenten, die vanuit empathie en compassie is ontstaan. In de jaren 80 kreeg dit een meer professionele aanpak die nog steeds doorloopt.ʼ Maar de samenleving versnelt en wordt complexer, ziet de bestuurder. ʻDe informatievoorziening is veranderd, de komst van ICT en globalisering. Het gevolg is dat er ook andere eisen en verwachtingen zijn aan wat we doen, van de burger, de opdrachtgever en de samenleving. Dat hebben we onderkend en daar willen we in meegaan. We willen sociaal werk de inhoud geven die het moet hebben, en die we nodig achten.ʼ
Dat kan alleen gezamenlijk, vinden beide bestuurders. De vijf partijen zijn al van fors formaat op zichzelf, maar door de krachten te bundelen kan er nog meer gedaan worden. En dan gaat het volgens De Haan Westerveld over meer dan alleen professionaliseren. ʻIn gesprekken met burgemeesters, wethouders en provinciale besturen stellen we de vraag: ʻhebben we met elkaar de moed om grote sociale vraagstukken aan te pakken?ʼ Op die manier proberen we onderwerpen op de agenda te krijgen en een impuls te geven.ʼ
De belangrijkste functie van de sociaal werker is niet alleen het ondersteunen en het bieden van hulp, maar ook het aan de orde stellen van maatschappelijke misstanden. ʻDenk aan de maatschappelijke fenomenen waar je als sociaal werker aan wil bijdragen, zoals langer thuis wonen, eenzaamheid en laaggeletterdheid. We moeten vooral ook laten zien waar het sociaal werk van toegevoegde waarde is. Dat is niet altijd evident.ʼ
Positioneren
In coronatijd kreeg het sociaal werk meer aandacht, maar het kan nog beter, vindt De Vries. ʻWe moeten laten weten dat het sociaal werk een vak van betekenis is. Gemeenten weten ons wel te vinden, maar zelfs daar is het soms nog onduidelijk wat we doen. Onze samenwerking in Stichting Lentl richt zich daarom ook om het positioneren van de sociaal werker.ʼ Volgens De Haan Westerveld heeft het sociaal werk soms nog de stempel van ʻgrijze haren en wollen sokkenʼ. ʻMaar die periode zijn we allang ontgroeid. Kijk wat er gebeurt in de ouderenzorg. Instellingen kunnen het niet meer aan en de zorg schuift naar voren. Het paradigma tussen zorg en welzijn schuift op, daar kunnen wij een belangrijke rol in spelen.ʼ
Wie naar de twee bestuurders luistert, merkt meteen dat hun ideeën bij elkaar aansluiten. Ging de fusie dan ook zo soepel? ʻBestuurlijk gezien hebben we maar twee gesprekken hoeven voeren, we zaten op één lijn wat betreft ons maatschappij- en mensbeeldʼ, vertelt De Haan Westerveld. ʻMaar om daadwerkelijk tot een fusie te komen, dat heeft nog wel wat voeten in de aarde gehad. Je moet afstemmen met opdrachtgevers en de interne organisaties.ʼ Ondanks terughoudendheid in het begin, zijn inmiddels bijna alle medewerkers van de vijf organisaties ervan overtuigd dat de fusie zʼn voordelen heeft, aldus de bestuurder. ʻIn anderhalf jaar hebben we de fusie gerealiseerd, dus dat is heel snel. Iedereen zag het belang ervan.ʼ
Investeren en samenwerken
Nu het raamwerk van de stichting is vormgegeven, is het tijd om de sleutelpunten als vakmanschap en kwaliteit daadwerkelijk handen en voeten te geven. Er wordt geïnvesteerd in kennisvergaring en ontwikkeling, op diverse niveaus. Er zijn samenwerkingen met de hogescholen en universiteiten. Het vakmanschap krijgt veel aandacht. ʻMedewerkers moeten hun werk kunnen doen, worden gevoed met informatie en ruimte krijgen om te verbeteren. Wat willen ze leren en kunnen? Zo wordt er vanaf de werkvloer gekeken wat er nodig is ter verbetering.ʼ
Met de fusie is er ook een blik van bovenaf, een helikopterview, toegevoegd, legt De Haan Westerveld uit. ʻMet de vijf partijen kunnen we zien wat er in wijken, dorpen en regioʼs aan trends ontwikkelt en informatie ophalen. Zo kunnen we problemen eerder (politiek)agenderen en kunnen we mogelijk narigheid voorkomen die we aan zien komen. Om zo niet meer reactief op veranderingen te reageren, maar te kijken naar wat we kunnen verwachten. Preventief werken.ʼ
Transparantie
Dit jaar staat in het teken van het uitwerken van de ambities. De professionals beter ondersteunen, de juiste instrumenten geven om het werk te doen, bijvoorbeeld. ʻOok moet het transparanter worden wat sociaal werkers doenʼ, vindt De Haan Westerveld. ʻGemeenten hadden tot voorheen geen of weinig zicht op wat het sociaal werk deed, weinig werd geregistreerd of bijgehouden. Het sociaal werk laat zich vaak ook lastig kwantificeren. Als je kan laten zien en aantonen wat je doet, dan kan je ook resultaten laten zien.ʼ
ʻHet ʻopbouwwerk 3.0′ gaat over iets anders dan bingo spelenʼ, aldus de bestuurder. ʻHet vraagstuk is: hoe kunnen we de sociaal maatschappelijke cohesie terugbrengen in de wijk, naar elkaar omkijken en ons medeverantwoordelijk voelen? Het werk van de sociaal werker gebeurt altijd in de intimiteit van de 1-op-1 relatieʼ, aldus De Haan Westerveld. ʻDaar gebeurt het. Dat kan je niet pakken in harde cijfers, maar je ziet het wel gebeuren. Je voelt het. Het is niet te kwantificeren, maar het doet alles in de samenleving. Daarom moeten we middenin de wijk en de buurt samen blijven werken aan een mooie, menswaardige wereld.ʼ
Bron: Zorg+Welzijn